De onrendabele investeringen worden afgewogen binnen het kapitaallastenplafond. Hierbij wordt een expliciet onderscheid aangebracht tussen de afwegingen binnen de reguliere exploitatie (baten en lasten) en afwegingen binnen de investeringssfeer. Nieuwe onrendabele investeringen (zowel vervanging als uitbreiding) moeten passen binnen de ruimte die daarvoor meerjarig ter beschikking is gesteld door de Raad.
Dit onderdeel laat de ontwikkeling zien van het resultaat op kapitaallasten in de brede zin van het woord. Naast de rente- en afschrijvingskosten op de activa is in dit resultaat ook het onderdeel financiering en stelposten welke een relatie hebben met kapitaallasten verwerkt. De ruimte die in 2020, 2021 en een gedeelte van 2022 en 2023 ontstaat is in deze begroting vrijgevallen ten gunste van het resultaat.
In bijlage II is een overzicht opgenomen van alle investeringen 2020 t/m 2023 inclusief de bijhorende kapitaallasten.
De bijstelling van de kapitaallasten voor de begroting 2020-2023 laat het volgende beeld zien:
bedragen x €1.000 | ||||
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
1. Ruimte kapitaallastenplafond na actualisatie | 462 | 1.140 | 2.621 | 4.152 |
2. Investeringsplan 2020 | 75 | -512 | -619 | -501 |
3. Voorportaal 2021-2023 | -702 | -1.462 | ||
4. Reservering | -185 | -515 | ||
5. Resultaat | 537 | 628 | 1.115 | 1.674 |
1. Dit is de ruimte die beschikbaar is binnen het kapitaallastenplafond voor nieuwe investeringen.
2. Dit is het bedrag aan kapitaallasten dat benodigd is voor het uitvoeren van de investeringen van 2020.
3. Dit is het bedrag aan kapitaallasten dat benodigd is voor het uitvoeren van de investeringen op het voorportaal 2021 t/m 2023.
4. Dit is een gereserveerd bedrag aan kapitaallasten voor toekomstige investeringen.
5. Resultaat kapitaallasten