Hoewel de belangrijkste economische indicatoren nog steeds op groen staan, de regionale werkloosheid is gehalveerd en de rijksoverheid voor het vierde jaar op rij een begrotingsoverschot verwacht, zijn 2019 en 2020 voor onze organisatie niet alleen inhoudelijk, maar ook in financieel opzicht nog een uitdaging.
De start van de huidige collegeperiode, zo’n anderhalf jaar geleden, stond in het teken van grote, oplopende tekorten en onrust binnen de gemeentelijke organisatie. Lastige keuzes werden daarom niet langer uitgesteld, er volgden heldere afspraken met het provinciebestuur en er werd stevig bijgestuurd. Hoewel de jaarrekening 2018 met een positief resultaat en met een goedkeurende accountantsverklaring werd afgesloten, is de bestuurlijke opgave nog niet voltooid. Weliswaar verbeteren onze financiële ratio’s, nog steeds is er sprake van een stevige budgettaire en inhoudelijke opgave in (delen van) het sociaal domein. Voorzichtigheid is wat dat betreft zeker nog geboden.
De verbetering van ons eigen vermogen is op dit moment van dien aard dat de in het coalitieakkoord opgenomen doelstellingen naar verwachting eerder dan verwacht worden gehaald. Daardoor ontstaat er bestuurlijk weer ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. De extra spelregels die wij ons zelf hebben opgelegd en de heldere kaders die u aan ons heeft meegegeven, hebben daaraan een stevige bijdrage geleverd.
Afgezien van een aantal specifieke wensen die u ons heeft meegegeven, hebben wij in deze begroting nadrukkelijk aandacht gegeven aan de breed gedragen opdracht om aan onze inwoners gewoon goede publieke dienstverlening te leveren en te zorgen voor een goed onderhouden en veilige leefomgeving. Dat is wat ons betreft een absoluut basisniveau waarop iedere inwoner zou mogen en moeten kunnen rekenen. Het daar niet langer aan voldoen tast direct het vertrouwen van de inwoners in de gemeente Venlo aan. Venlo heeft daar in de afgelopen jaren, als gevolg van enorme budgettaire druk, concessies aan moeten doen. Een groot aantal voorstellen beoogt deze opgelopen achterstand geheel of ten dele te repareren.
Daarnaast is bij een aanzienlijk aantal voorstellen, met name in het sociaal domein, sprake van uitbreiding van wettelijke taken (taakmutaties) en van autonome ontwikkelingen als gevolg van gestegen lonen en prijzen. Taakmutaties zijn bijvoorbeeld de invoering van de Wet verplichte GGZ, de opvang van slachtoffers huiselijk geweld zonder eerdere verblijfplaats en de verhoging van de leeftijdsgrenzen voor gezinshuizen. Bijzonder is het ook dat we in september in de rijksbegroting hebben kunnen lezen dat het kabinet in 2019 een onderbesteding realiseert op zorg van circa één miljard euro maar geen structurele middelen vrijmaakt voor jeugdzorg.
Een stedelijke gemeenschap bestaat echter niet bij goed beheer, dienstverlening en wettelijke taken alleen. De gemeente Venlo moet, omwille van het voortbestaan van Venlo als aantrekkelijke, vitale en welvarende stad ook investeren in haar ontwikkeling. Boeiend blijven voor jonge onderscheidende mensen, interessant voor bezoekers en toeristen en aantrekkelijk blijven voor gezinnen. Dit zijn de opgaven waarin Venlo, ondanks budgettaire druk, als centrum- en 100.000+-gemeente altijd zal moeten blijven investeren.
Deze strategische opgave is op zichzelf geen unieke opgave. De wijze echter waarop we daar in Venlo invulling aan geven en welke accenten we daarbij zetten, is dat nadrukkelijk wel. En vooralsnog lijkt deze lange termijnstrategie zijn vruchten af te werpen.
Zo publiceerde het Planbureau voor de Leefomgeving en het CBS onlangs een geactualiseerde prognose waarin het voor 2035 geprognosticeerde inwonertal van Venlo met 12.400 inwoners naar boven is bijgesteld. Dat is meer dan een bijstelling. Van een geprognosticeerde bevolkingsafname met zo’n 8% is dit een bijstelling naar een bevolkingsgroei met 4,4%. Een nadere verkenning zal moeten uitwijzen wat hiervan de precieze betekenis zal zijn voor ons stedelijk beleid, of dit nu gaat over onderwijshuisvesting, woningbouw, jeugdzorg of arbeidsmarkt. In dit verband merken wij op dat het kabinet in de rijksbegroting één miljard euro heeft voorzien om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren. Woningen die, gegeven de hiervoor genoemde bevolkingsprognoses, hard nodig zullen zijn. In hoeverre Venlo van deze middelen gebruik kan maken is nu nog niet aan te geven. Net zo min als de precieze gevolgen die de uitspraak van de Raad van State heeft voor een eventueel woningbouwprogramma of andere fysieke projecten.
Venlo kent, in het verlengde van haar circulaire ambities en tegen de achtergrond van de Klimaatwet, een stevige opgave ten aanzien van energie en klimaat. Dat is natuurlijk ook niet zo gek als logistieke hotspot en regio met een relatief omvangrijke maakindustrie en tuinbouwcluster. Daarnaast zijn ook in het coalitieakkoord hierover concrete afspraken gemaakt en hebben wij u afgelopen jaar een circulair uitvoeringsprogramma voorgelegd. Om hieraan de komende jaren voortvarend uitvoering te kunnen geven hebben wij een duurzaamheidsfonds gecreëerd ter hoogte van € 1.000.000 waaruit concrete activiteiten en projecten kunnen worden ge(-co)financierd. Daarnaast stellen wij voor om de bestaande structureel voor deze ambitie beschikbaar gestelde middelen in het programma Circulaire Hoofdstad met €100.000 te verhogen.
Het afgelopen jaar hebben wij met zeven andere gemeenten uit onze regio gewerkt aan een regionale investeringsagenda waarin we de ambitie hebben gekozen om in 2022 de gezondste regio van Nederland te zijn. Dat is een flinke ambitie die om een stevige aanpak vraagt. Met de Provincie Limburg werken wij aan een aanvraag voor een regiodeal Noord-Limburg waarin overheden en maatschappelijke partners zich de komende jaren gezamenlijk voor dit doel in (gaan) spannen. Nu heeft een regiodeal een sterke focus op de nationale agenda. Daarnaast voorzien wij de realisatie van een geactualiseerde, regionale strategische visie. Zoals met u afgesproken wordt u (als gemeenteraden in Noord-Limburg) hier nadrukkelijk bij betrokken.
In 2018 hebben wij met de provincie Limburg afspraken gemaakt en deze vastgelegd in een bestuursakkoord. Daarbij zijn afspraken gemaakt over majeure stedelijke ontwikkelingen zoals de herontwikkeling van het terrein van de voormalige Frederik Hendrikkazerne en de spoorwegonderdoorgang ter hoogte van de Vierpaardjes. Zowel voor de stedelijke ontwikkeling van onze stad, als voor de gemeentebegroting zijn beide ontwikkelingen van groot belang. De afgelopen periode hebben we besteed aan de voorbereiding en ook 2020 zal nog in dit teken staan. Het is zaak om druk op het proces van de uitvoering te houden om tijdig en met beheersbare risico’s de komende jaren tot resultaat te komen.
Wat betreft uw nadrukkelijke wens om geïnformeerd te worden over de toekomst van het zwembad merken wij op dat wij u hierover, zoals afgesproken, zullen informeren. Ons voornemen is een nieuw zwembad te realiseren in combinatie met het buitenbad in Blerick. Het huidige zwembad blijft tot die tijd geopend. Vooruitlopend op de definitieve besluitvorming hierover, hebben wij een voorbereidingskrediet opgenomen ter hoogte van € 1.000.000. Daarnaast hebben wij, met het oog op de mogelijke ontwikkelingen met betrekking tot de toekomst van de sportaccommodaties, een voorbereidingskrediet opgenomen van €500.000 in 2020. Wij verwachten u hierover bij de begroting 2021-2024 een integrale afweging voor te kunnen leggen.
Wij blijven investeren in cultuur omdat we dit een belangrijke basiswaarde vinden in onze samenleving. We investeren in een cultureel vermogende stad met cultureel vermogende burgers. Culturele competenties worden steeds belangrijker. Ze helpen om weerbaar, zelfbewust en creatief met een steeds veranderende omgeving om te gaan. Een cultureel vermogende stad vraagt om een rijke culturele omgeving die toegankelijk is om cultureel te leren en mee te doen. Cultuur in Venlo is een van de belangrijke “woonattracties” die mensen laat besluiten zich in Venlo te vestigen, want steden met een goed aanbod aan culturele belevingen zijn aantoonbaar aantrekkelijk om te verblijven en te wonen. Om alle ambities inzake cultuur in Venlo te kunnen realiseren, is een sterke infrastructuur nodig. Hiertoe willen we in 2020 besluiten nemen over het nieuwe cultuurbeleid, met daarin aandacht voor ambities, een herijking van subsidies en een objectief gewogen basis voor de grote cultuurinstellingen en alle amateurverenigingen in Venlo.
Er is het afgelopen jaar veel gesproken over subsidies. Indachtig de kaders die u ons heeft meegegeven en het met u afgesproken proces zijn wij aan de slag gegaan. Natuurlijk hebben wij begrip voor het ongemak dat dit bij een deel van onze verenigingen en instellingen oproept. Dat neemt echter niet weg dat wij met elkaar een koerswijziging en een financiële opgave hebben in te vullen. Uw opdracht is voor ons helder, net als uw verzoek om in 2020 nog geen concrete subsidies af te bouwen. Dat verzoek hebben we in deze concept-begroting dan ook gehonoreerd. Eerst het verhaal, het beleid en dan pas de keuzes. Daar wordt door onze organisatie nu gericht aan gewerkt. Zo leggen wij in december een geactualiseerde algemene subsidieverordening (Asv) aan u voor en starten wij begin 2020 met de afgesproken zerobased aanpak.
In 2017 heeft u het aantal Venlose raadsprogramma’s gereduceerd en wat betreft focus verder aangescherpt. Met uw auditcommissie, aangevuld met een aantal betrokken raadsleden, hebben wij in goed overleg gezamenlijk gezocht naar goede indicatoren. En hoewel wij denken hierin te zijn geslaagd, erkennen we ook dat deze indicatoren niet alleen periodiek onderhoud behoeven, maar in 2020 ook nog verdere aanvulling en aanscherping dienen te krijgen. Wij hebben deze indicatoren, per programma en programmalijn, als aparte bijlage bij deze concept-begroting opgenomen. De gekozen vorm, in een handzaam boekje met figuren en toelichting, maakt het voor u mogelijk om deze informatie los van de begroting te bewaren en tijdens uw raadswerk als naslagwerk te hanteren.
Tegen de achtergrond van de door u vastgestelde kaders in de kadernota hebben wij met de vorming van deze nieuwe programma’s ook gekeken naar mogelijkheden om invulling te geven aan de spelregel ‘nieuw voor oud’. Welke activiteiten kunnen wij heroverwegen om mensen en middelen vrij te maken voor nieuwe bestuurlijke wensen en behoeften. Helaas hebben wij moeten vaststellen dat dit in de praktijk nog niet veel resultaat heeft opgeleverd. Dat betekent dat we (indien we aan uw wensen en ambities tegemoet willen komen) op een andere wijze, dan opnieuw ombuigen, in budgettaire dekking moeten voorzien.
Tegen die achtergrond, maar ook gegeven de eerder geconstateerde ontwikkeling van onze financiële ratio’s, stellen wij u in deze begroting voor om de extra (financiële) spelregels opnieuw te bezien. Het strikt hanteren van de financiële spelregels zou weliswaar een nog verdere verbetering van de ratio’s betekenen, maar ook het afwijzen van vrijwel alle begrotingsvoorstellen en daarmee van de meeste bestuurlijke wensen en ambities. En hoewel het ten dele loslaten van deze spelregels ten koste gaat van het tempo waarmee het vermogen groeit, had een dergelijk begrotingsscenario niet onze voorkeur.
Daarnaast hebben wij als college ook enige tijd stil gestaan bij de omvang van het in het voorportaal opgenomen investeringsvolume. En hoewel er voor ieder voorstel op zichzelf een plausibele verklaring is te geven, hebben wij vraagtekens geplaatst bij het realisme van deze opgave. Wij hebben er dan ook expliciet voor gekozen om voor een aantal gewenste investeringen na 2020 nog geen investeringsbedragen op te nemen, maar deze nadrukkelijk onderdeel te laten zijn van de jaarlijkse integrale begrotingsafweging. Naast de concrete investeringsopgave, hebben wij ruimte gecreëerd voor nieuwe investeringen binnen het kapitaallastenplafond. Deze vrij ruimte wordt beschikbaar gehouden voor nog te maken investeringsbeslissingen voortvloeiende uit de verschillende onderzoeken waarvoor een voorbereidingskrediet wordt gevraagd dan wel voor nieuwe investeringsbeslissingen die voortvloeien uit andere maatschappelijke investeringsopgaven.
Bij de uitwerking van de diverse raadsprogramma’s worden beoogde activiteiten en projecten voortaan door ons voorafgaand en tijdens de ontwikkeling getoetst op een solide financiële onderbouwing, i.c. een haalbare business case.
In de afgelopen jaren is een deel van de afvalstoffenreserve ingezet om de lokale lastendruk te temperen. Met ingang van 2020 is dit echter niet langer mogelijk. En hoewel wij u voorstellen om de OZB-opbrengst niet meer te laten stijgen dan de inflatoire bijstelling, zal mede als gevolg hiervan de reële lastendruk in 2020 naar verwachting toenemen. Wij hebben de organisatie opgedragen om voorafgaand aan de kadernota 2021 een aantal scenario’s uit te werken op basis waarvan er bestuurlijk kan worden bepaald hoe wij de komende jaren invulling willen geven aan dit vraagstuk.
De hoeveelheid middelen die we aan onze eigen organisatie willen uitgeven is gelimiteerd. Behoudens een zeer beperkt aantal personele uitbreidingen gericht op wettelijke toezicht-, handhavings- en vergunningstaken doen wij u geen voorstellen voor extra menskracht of personele middelen. De gemeente Venlo moet zich, naar onze mening, verder ontwikkelen tot een organisatie die voldoende flexibel is om gedurende het jaar door herschikking aan de voor de uitvoering van deze begroting noodzakelijke capaciteitsvraag invulling te geven. Dat zou gedurende het jaar, uiteraard kunnen leiden tot knelpunten waarvoor op dat moment door bijsturing een passende oplossing moet worden gezocht.
Tot slot merken wij op dat er door ons nadrukkelijk is gezocht naar dwarsverbanden, naar koppelmogelijkheden. Daarbij hebben we gekeken naar de verbindingen tussen de zes Venlose raadsprogramma’s, maar ook naar de Europese, nationale en provinciale agenda (inclusief meeliftmogelijkheden op nationale, provinciale en Europese fondsen).