1. Gezond en actief Venlo

Wat gaan we daarvoor doen?

Programmalijn 1 Gezond en Vitaal
Deze programmalijn moet ervoor zorgen dat inwoners gezond en vitaal zijn en moet voorkomen dat zo weinig mogelijk een beroep moet worden gedaan op een (kostbare) maatwerkvoorziening.

Hiervoor is het verbeteren van de positieve gezondheid van onze inwoners van belang alsmede het bevorderen en versterken van sport en onze sportieve omgevingen. Ook activiteiten uit de programmalijnen meedoen (vitale buurten en verenigingen) en ontplooiing (opleiding) ondersteunen de activiteiten uit de programmalijn Gezond en Vitaal die gericht zijn op het streven naar fitte, gezonde en vitale inwoners.
Het versterken van de positieve gezondheid van onze inwoners.
Wij investeren preventief in de publieke gezondheid van onze inwoners met de uitvoering van ons ‘Lokaal Gezondheidsbeleid Vitaal Venlo’.  In de nota zijn voor zowel voor onze jeugdige als oudere inwoners speerpunten benoemd, overgewicht, bewegen, eenzaamheid en dementie.  Hiermee  willen we de juiste voorwaarde creëren voor een gezonde(re) bevolking en een gezonde fysieke en sociale omgeving. We zetten in op de volgende activiteiten:

- Werken aan vitaliteit begint al bij (jonge) kinderen. Dit doen we onder andere met de JOGG (Jongeren op gezond gewicht) en de Gezonde School aanpak.
- We gaan verder met de beweging ‘Op weg naar een rookvrije generatie’. Plekken waar kinderen spelen, sporten, leren en recreëren willen we zoveel mogelijk rookvrij maken, want uit onderzoek weten we dat: “Zien roken, doet roken”.
- We zien een trend van vergrijzing en een stijging van (chronisch) zieken. Wij zetten in op de gezondheid, vitaliteit en zelfredzaamheid van onze ouderen.  Belangrijke onderdelen hiervoor zijn de beweging naar een 'dementievriendelijke gemeenschap' en met het  programma ‘Keer Diabetes 2 om’ zetten we een gezonde leefstijl in als medicijn tegen diabetes zodat inwoners met diabetes zodoende gezond en vitaal worden en blijven en medicijn gebruik afneemt. Tot slot hebben we een coalitie tegen eenzaamheid gevormd samen met maatschappelijke partners.

Het bevorderen van sport en bewegen
Sport en bewegen moet leuk, toegankelijk en laagdrempelig zijn en inwoners plezier geven. Het bevorderen van sport en bewegen draagt bij aan het plezier, gezondheid en vitaliteit van onze inwoners en vermindert gezondheidsachterstanden. De basis hiervoor is de Venlo.fit sportvisie 2030, die voor de gemeenteraad van oktober is geagendeerd.

Van belang is dat onze jeugd een sportieve basis meekrijgt zodat ze graag een leven lang willen sporten en bewegen. We gaan voor een doorlopende leerlijn waarmee onze jeugd van 0 tot 18 jaar in aanraking komt met sport, bewegen en een gezonde leefstijl. Voor deze beweging maken we een sterke verbinding met de programmalijn Ontplooiing. Belangrijke onderdelen hiervan zijn:

- Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG).
- Het ondersteunen van het primair (speciaal) onderwijs om de interventie ‘De Gezonde Basisschool van de Toekomst’ te implementeren.
- Het belang van sport, gezondheid en preventieve zorg en ondersteuning onder de aandacht van leerlingen brengen op het voortgezet (speciaal) onderwijs.

Het verkleinen van de ‘afstand tot de sport’ voor groepen inwoners waarvoor sport en bewegen minder toegankelijk is. Daarbij richten wij ons met name op volwassenen en ouderen met gezondheidsachterstanden, met een beperking (fysiek of mentaal), met een gedragsprobleem of met afstand tot de arbeidsmarkt. Hier ligt een directe relatie met ons lokaal gezondheidsbeleid.

- Sportverenigingen blijven vanuit een sportief, maatschappelijk en sociaal oogpunt een belangrijke hoeksteen in onze samenleving. We blijven dan ook verenigingsbesturen ondersteunen om de vitaliteit van hun sportvereniging te versterken en hun pedagogische taak uit te voeren. Door samenwerkingen te stimuleren worden sportverenigingen vitaal en toekomstbestendig.
- We werken aan een ketensamenwerking waarin sportverenigingen opgenomen worden in het netwerk van maatschappelijke organisaties, onderwijs en professionals in de wijk.
- Het opbouwen van een netwerk en programma voor talentontwikkeling en talentherkenning (ook voor de breedtesport) om hen te faciliteren en te ondersteunen (Sportzone Venlo). Het programma  bestaat uit het inventariseren van wensen en behoeften, het aanbieden van opleidingen, workshops en thema-bijeenkomsten met als doel samenwerking op talentontwikkeling en talentherkenning te versterken.
- Het uitvoeren van het strategisch partnership met Fontys Sporthogeschool. Studenten van Fontys Sporthogeschool worden ingezet bij het uitvoeren, ondersteunen of intensiveren van alle activiteiten en zullen zij onderzoek doen naar nieuwe mogelijkheden om inwoners te laten sporten en bewegen waardoor zij gezonder en vitaler kunnen worden en blijven.

Het behouden en waar nodig versterken van onze sportieve omgevingen
Om te kunnen sporten en bewegen zijn passende faciliteiten noodzakelijk. Dit kunnen binnensportaccommodaties, sportparken of bredere multifunctionele sportieve omgevingen (sportkernen) zijn, maar dit kan ook betrekking hebben op de inrichting van de openbare ruimte.  De basis hiervoor is de Venlo.fit sportaccommodatievisie 2030 die in oktober aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Hierbij zetten wij in op de volgende activiteiten:

- Het faciliteren van bewegingsonderwijs is een wettelijke verplichting. Hiervoor exploiteren wij gymzalen, sportzalen en sporthallen. De verbinding met sportieve omgevingen wordt gemaakt voor het aanbieden van bewegingsonderwijs in de buitenruimte.
- We gaan onze sportieve ruimten beter benutten waarbij we inzetten op multifunctionele sportkernen, sportparken en binnensportaccommodaties.  Deze sportkernen en sportparken zijn zoveel mogelijk openbaar toegankelijk en zijn te gebruiken door zowel de georganiseerde- als ongeorganiseerde sport. Ook de openbare ruimte verbinden we zoveel mogelijk met onze sportkernen en sportparken.
- Onze sportaccommodaties verduurzamen wij waar mogelijk. Investeringen en vervangingen op onze sportaccommodaties doen wij op een duurzame wijze. Deze activiteit heeft zodoende een nauwe verbinding met het programma Circulair.
- Om onze sportaccommodaties beter te benutten is het noodzakelijk om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen (nu en in de toekomst).  Met name in de buitensport kennen we overschot aan voetbalvelden waardoor een clustering van het aantal buitensportparken noodzakelijk is. De drie gemeentelijke hockeyverenigingen zien hun toekomst als fusievereniging.
- Daarnaast gaan we in het kader van Venlo.fit sportaccommodatievisie 2030 de volgende onderdelen onderzoeken:

• Onderzoeken van de mogelijkheid om sporthal Gulick te situeren op sportkern Bakenbos, waardoor binnen- en buitensport geclusterd wordt op een multifunctionele sportkern.
• De mogelijkheden om in de wijk sportvoorzieningen breder (multifunctioneler) in te zetten;
• De bezettingsgraad van sportaccommodaties te verhogen door een bredere inzet binnen de betreffende wijk.
• Onderzoeken of het primair onderwijs interesse heeft in meer gebruik te maken van bestaande sportparken en sportieve omgevingen.
• Het ‘sturen’ op de samenwerking tussen, en clustering van, verenigingen waardoor de bezetting van accommodaties adequater wordt;

- De mogelijkheden, in overleg met schoolbesturen, te onderzoeken om schoolpleinen van basisscholen die nog niet openbaar toegankelijk zijn, open te stellen ten behoeve van openbare activiteiten. Hierbij wordt aandacht geschonken aan mogelijke overlast.
- Bij de begrotingsbehandeling 2019 is besloten om het zwembad met ingang van 2020 te sluiten en een onderzoek te doen naar de toekomst van de gemeentelijke zwemvoorziening. Dit onderzoek is inmiddels uitgevoerd. Daarbij zijn de scenario’s sluiten, forse renovatie en nieuwbouw onderzocht. Wij stellen voor om te kiezen voor een nieuwe zwemvoorziening als toekomstperspectief en het huidig zwembad vooralsnog openhouden. Concreet wordt voorgesteld om een nieuwe zwemvoorziening op de huidige locatie te ontwikkelen binnen een financiële bandbreedte (investeringsvolume) van € 11.000.000 tot € 15.000.000.
- De openbare ruimte wordt steeds belangrijker voor de ongebonden- en anders gebonden sporter. Dit biedt veel mogelijkheden om inwoners op een laagdrempelige en recreatieve manier te laten sporten, bewegen, spelen, recreëren en elkaar te ontmoeten. Dit bevordert een actieve leefstijl. Indien de openbare ruimte (opnieuw) wordt ingericht leveren wij vanuit dit programma hieraan een sportieve bijdrage. De Omgevingswet biedt hiervoor het nodige houvast en hier ligt een directe relatie met programma Centrumstad Venlo.
- Om te komen tot een meer kostendekkende exploitatie van sportaccommodaties  (zowel binnen- als buitensportaccommodaties) zijn de tarieven voor de huur van deze sportaccommodaties verhoogd. In 2021 en 2022 wordt deze verhoging trapsgewijs doorgezet om uiteindelijk te komen tot hogere dekkingspercentages. Daar waar nodig bieden wij ondersteuning aan sportverenigingen om vitaal te blijven.

Programmalijn 2. Ontplooiing

Doelstelling van de programmalijn Ontplooiing is dat iedereen in staat wordt gesteld om zich te ontwikkelen en te ontplooien, om naar vermogen mee te kunnen doen in de samenleving.

In de basis is iedereen verantwoordelijk voor zijn eigen ontplooiing.  Bij de ontplooiing van onze jeugdige inwoners is  een nadrukkelijke verantwoordelijkheid  voor ouders/verzorgers weggelegd. Soms is hierbij passende ondersteuning gewenst, maar als gemeente hebben wij hoofdzakelijk een faciliterende rol. Soms is hiervoor een wettelijke grondslag, bijvoorbeeld bij onderwijshuisvesting of het toezicht op de deelname van jeugdigen aan onderwijs. Soms is er een verbindende rol in de samenwerking met partners, bijvoorbeeld bij de aanpak voor voortijdig schoolverlaters bepalen gemeente en scholen samen welke maatregelen nodig zijn.

Er is ook een verbinding met andere programmalijnen, zoals Meedoen. Gemeenten hebben een grote rol in de jeugdhulp en de arbeidsmarktparticipatie. De gemeente Venlo streeft naar een sterkere en doelgerichte verbinding tussen (preventief) jeugdhulp, arbeidsmarktparticipatie, gezondheid en onderwijs. In deze programmalijn volgen we op hoofdlijnen de levensloop van onze inwoners bij het beschrijven van onze concrete activiteiten.

Peuteropvang (kinderopvang 2-4 jarigen)
Het bezoeken van de peuteropvang bevordert een goede startpositie van  kinderen  in het basisonderwijs. Om het bereik te vergroten, ontvangen gemeenten voor de periode 2016-2021 extra middelen. Hiermee moet het bezoeken van peuteropvang mogelijk gemaakt worden voor peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Vanaf augustus 2019 werken we met een nieuw subsidiestelsel voor peuteropvang dat is gebaseerd op een kind-gebonden financiering. Kinderen met een risico op taal- en/of ontwikkelingsachterstand krijgen extra begeleiding in de vorm van voor- en vroegschoolse educatie op een gecertificeerde locatie voor peuteropvang. Extra begeleiding aan deze kinderen wordt ook in groep 1 en 2 van het primair onderwijs  aangeboden. Binnen de peuteropvang spreken we van voorschoolse educatie en in het basisonderwijs van vroeg schoolse educatie.

Schakelklassen (4 tot 12 jaar)
Kinderen in het primair onderwijs met een grote taal- en/of ontwikkelingsachterstand kunnen gedurende een jaar intensief begeleiding krijgen in een schakelklas. Samen met scholen en betrokken partijen wordt bekeken of  herijking van het bestaande beleid opgepakt moet worden.

Onderwijs (5 tot en met 21 jaar)

- Om de samenwerking te verbeteren, zijn we een dialoog gestart met een aantal schoolbesturen binnen het primair onderwijs, Onderwijsgemeenschap Venlo en omstreken (OGVO) en OG Buitengewoon (OGB). Het doel hiervan is om te komen tot een intentieovereenkomst, die de basis vormt voor een meer duurzame samenwerking tussen het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en de gemeente Venlo. De samenwerking richt zich in beginsel op het bevorderen van kansengelijkheid voor kinderen/jongeren, met als overkoepelende thema’s: het sociale domein, passend onderwijs, onderwijsinnovatie en personeel.
- Het is de ambitie van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs om een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod te creëren dat ieder kind zich zoveel als mogelijk in een thuis nabije omgeving optimaal kan ontwikkelen. De positieve uitkomsten van passend onderwijs zijn alleen haalbaar als gemeente, onderwijs en ouders/verzorgers blijven investeren in een sluitend systeem voor passende ondersteuning voor jeugdigen. De gemeenten in Noord-Limburg en de Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs PO en VO werken samen om in het kader van de samenwerkingsagenda de gestelde ambities te realiseren.
- Wij onderzoeken de mogelijkheid omtot een combinatie van geldstromen te komen waarbij een effectievere aanpak, zoals gecombineerde onderwijs-zorg arrangementen kan worden gerealiseerd. Dit is  in het belang van de leerlingen, de aanpak van (tijdelijk) overbelaste jongeren, dekkend onderwijsaanbod, het onderzoeken om te komen tot een Regionaal Thuiszitterspact en betere aansluiting op de (passende) arbeidsmarkt en participatie.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het (laten) organiseren van vervoer voor kinderen die daarvoor in aanmerking komen. Dit is verankerd in de Verordening leerlingenvervoer gemeente Venlo. Het bevorderen van de zelfredzaamheid van jongeren zal ook in de komende jaren centraal staan. Voor 2020 wordt de bestaande uitvoering gecontinueerd.

De gemeente is in het kader van het recht op onderwijs en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten verantwoordelijk voor het toezicht hierop. De Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) is erop gericht dat leerlingen met een startkwalificatie het onderwijs verlaten.
Voor jongeren in een kwetsbare positie (leerlingen die uitstromen uit het Praktijkonderwijs, het Voortgezet Speciaal Onderwijs, het Entree-onderwijs en de voortijdig schoolverlaters) wordt aandacht gevraagd voor het verbinden van gemeentelijke beleidsvelden zoals onderwijs, jeugd, participatie, werk en Wmo om te komen tot een sluitende regionale en lokale aanpak.

Venlo is voor de VSV-aanpak contactgemeente voor RMC-regio 38 (Noord- en Midden-Limburg).

- Wij willen onze aanpak in de komende periode voortzetten en zo mogelijk uitbouwen. De aanpak bestaat uit een totaal pakket van maatregelen om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Binnen de VSV aanpak werken scholen en gemeenten samen om collectief uitvoering te geven aan de plannen. Hierbij willen wij de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren.
- We treden in overleg met schoolbesturen en het samenwerkingsverband Passend Onderwijs om de mogelijkheden te onderzoeken van het combineren van geldstromen om zo in te zetten op ondersteuning van jongeren om hun kansen op (passende) arbeid te vergroten.

De gemeente Venlo is verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende onderwijshuisvesting. Het Onderwijshuisvestingsplan gemeente Venlo 2018-2038 is gebaseerd op de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting van de gemeente Venlo en de Venlose schoolbesturen. De basis voor dit beleid vormt een spreidingsplan dat inzicht geeft in de toekomstige huisvestingsbehoefte van het onderwijs. Het plan houdt ook rekening met de onderwijskundige ambities van schoolbesturen en gemeente. Wij volgen de gevolgen van de te verwachten krimp in het voortgezet onderwijs nauwgezet.

- Er wordt tevens gewerkt aan een voortschrijdend investeringsschema met een horizon van 4 jaar dat tweejaarlijks wordt verlengd. Nadat de budgetovereenkomst is vastgesteld zal, voordat een huisvestingsproject daadwerkelijk start,  een uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente en het betreffende schoolbestuur worden gesloten.
- Om te komen tot realisatie van  het spreidingsplan worden de zogenaamde budgetovereenkomsten afgesloten (afzonderlijk per schoolbestuur).

Het faciliteren van bewegingsonderwijs is een specifiek onderdeel van onze verantwoordelijkheid op het gebied van onderwijshuisvesting. Hier ligt een directe en belangrijke verbinding met de Programmalijn Gezond en Vitaal en onze inspanningen om onze inwoners te stimuleren om (meer) te sporten en te bewegen. Het is namelijk een verbinding tussen sport-, onderwijs- en (preventief) jeugdbeleid. Bewegen op school wordt verder in een bredere context geplaatst: van de weerbaarheid van jeugdigen, de overgang van primair- naar voortgezet onderwijs en het voorkomen van pestgedrag.

In 2020 geven we invulling aan een integraal uitvoeringsplan laaggeletterdheid waarbij wordt ingezet op maatregelen die het meest effectief zijn. Bij het maken van afspraken met onze partners wordt nagegaan hoe gebruik gemaakt kan worden van de methodiek van prestatiedenken.

Wij blijven ons nadrukkelijk inzetten om scholen ertoe te bewegen om onderwijs van de Duitse taal en cultuur aan te bieden. Hierbij sluiten we waar mogelijk aan bij landelijke en provinciale programma’s en maken wij gebruik van Europese subsidiemogelijkheden.

Met aanbod aan volwasseneneducatie proberen wij de zelfredzaamheid van onze inwoners te vergroten door zoveel mogelijk inwoners, die de Nederlandse taal, het rekenen en/of digitale vaardigheden niet of onvoldoende beheersen, de kans te bieden deze vaardigheden op te doen of te verbeteren. De gemeente Venlo is centrumgemeente voor de WEB (Wet Educatie Beroepsonderwijs) en de samenwerking met de andere gemeenten in de arbeidsmarktregio Noord-Limburg is vormgegeven in een Regionaal Programma Volwassenen Educatie. In het regionale beleidsplan hebben wij afspraken gemaakt over de (prioritaire) doelgroepen, i.c. (mogelijke) uitkeringsgerechtigden met een te laag taalniveau om te participeren op de arbeidsmarkt, jongeren met een te laag taalniveau, waardoor zij geen startkwalificatie kunnen behalen en inwoners met een te laag taalniveau om te participeren in de maatschappij.

De gemeente Venlo heeft de taak om jaarlijks nieuwe statushouders een plek te geven binnen de samenleving. In 2021 komt de regie op de inburgering bij de gemeente te liggen. Maatwerk is daarin belangrijk net als de insteek dat iedereen meedoet. Inburgeren dient sneller en beter te verlopen. Om het proces optimaal te faciliteren, wordt in de periode 2019-2021 samen met partners en stakeholders gewerkt aan de ontwikkeling van een integrale en effectieve aanpak. Wij informeren u medio 2020 over hoe wij aan deze nieuwe taak gericht invulling gaan geven.
Programmalijn 3: Meedoen

De doelstelling van de programmalijn Meedoen is dat iedereen naar vermogen meedoet in de samenleving, iets voor een ander betekent en voor zover mogelijk zelfstandig in inkomen voorziet. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat Venlose wijken, buurten en verenigingen vitaal en zelfsturend zijn. Inwoners werken idealiter samen aan hun toekomst en helpen elkaar indien nodig. Deelnemen aan de samenleving kan op vele manieren en op verschillende niveaus afhankelijk van de situatie van een inwoner. Daar waar betaald werk nog een stap te ver is, spelen algemene voorzieningen een grote rol. Ondersteunende factoren zijn de gemeenschapsaccommodaties, inkomensondersteuning en als vangnet het armoedebeleid.

Wij investeren de komende jaren bewust in de versterking en verbreding van de sociale basis door enerzijds beleidsvelden meer met elkaar te integreren en anderzijds door taken en middelen voor maatwerkvoorzieningen over te brengen naar de sociale basis (substitutie). Hiermee willen we zoveel mogelijk voorkomen dat er een beroep moet worden gedaan op maatwerkvoorzieningen. Deze maatwerkvoorzieningen en de substitutie van maatwerkvoorzieningen komen nog uitgebreider aan de orde in de programmalijn Zelfredzaam. De programmalijnen Ontplooiing en Gezond en vitaal leveren ook een bijdrage aan de doelstelling via opleiding en fitheid.

Sociale basis
Onder de sociale basis verstaan we het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken, gezinnen) samen kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving. Essentieel voor de sociale basis is de aanwezigheid van informele netwerken, burgeractiviteiten en betekenisvolle relaties tussen inwoners onderling en tussen inwoners, professionals en overheid.
Voor het jaar 2020 vindt een nieuwe aanbesteding plaats. Belangrijke onderdelen hiervan zijn:

- Meer ruimte bieden aan en stimuleren van burgerinitiatieven. Dat betekent luisteren naar de wensen van inwoners en hen actief ondersteunen zonder zaken op te leggen of over te nemen.
- We ondersteunen inwoners op gepaste wijze en stimuleren dat inwoners actief meedoen om buurtgenoten, familie of vrienden, die dat niet of minder kunnen, te helpen. Dit streven stimuleren we door het bieden van bewonersondersteuning (opbouw-, jongeren- en ouderenwerk), het faciliteren van (zorg)vrijwilligers, het faciliteren van plekken om elkaar te ontmoeten (zoals Huizen van de Wijk), het ontplooien van gezamenlijke activiteiten en het faciliteren van het verenigingsleven.
- Het is onze overtuiging dat iedere inwoner de potentie heeft om iets voor een ander te betekenen. We spreken dus het vermogen van een inwoner aan om zich te ontwikkelen én creëren een actieve samenleving, waarin mensen zich bijvoorbeeld ook inzetten als vrijwilliger, mantelzorger of steunouder.
- In beginsel zijn inwoners en hun omgeving aan zet om ondersteuningsvragen op te lossen. Mocht dat onvoldoende zijn, dan zijn er mogelijkheden in de sociale basis en indien nodig door middel van de inzet van maatwerkvoorzieningen.

Concrete instrumenten die onder de sociale basis vallen zijn bijvoorbeeld algemeen maatschappelijk werk, open inloop en mogelijke vormen van individuele begeleiding. We onderzoeken tevens hoe we de preventie en bemoeizorg vanaf 2021 hierin kunnen laten landen.

Gemeenschapsaccommodaties
De gemeenschapsaccommodaties leveren in de wijken een bijdrage aan de leefbaarheid en de mogelijkheden van inwoners om mee te doen en zelfredzaam te blijven. De basis hiervoor is de evaluatie van het Meerjarenuitvoeringsprogramma gemeenschapsaccommodaties 2016-2020. In deze evaluatie wordt gekeken of de verschillende acties een bijdrage hebben geleverd of naar verwachting nog zullen leveren aan de doelstellingen van het beleid. Op basis van deze evaluatie zal mogelijk een herijking van het maatschappelijk vastgoedbeleid plaatsvinden.

Werk
Een stevige sociale basis is de opmaat naar betaald werk. Om betaald werk voor zo veel mogelijk inwoners bereikbaar te maken, streven we met ons netwerk van sociale partners, UWV, SW-bedrijven en gemeenten in Noord-Limburg naar een inclusieve arbeidsmarkt: een arbeidsmarkt die plaats biedt aan alle mensen, jongeren en ouderen en voor mensen met en zonder beperking.
Om dit te bereiken zetten we vormen van werk in die aansluiten bij de capaciteiten en competenties van inwoners. Het WerkgeversServicePunt (WSP) heeft een belangrijke taak in het werven van deze vacatures.

Binnen de gemeente Venlo hebben we een integrale werkwijze ontwikkeld om werkzoekenden te matchen op vacatures.

Het jaar 2020 zal in het teken staan van een ketengerichte samenwerking tussen de gemeente, de WAA, het bedrijfsleven en KanDoen. Het uitgangspunt is een integrale, eenduidige benadering van de doelgroep binnen de Participatiewet (incl. Wsw) vanuit één gemeentelijke organisatie.  Dit betekent een benadering waar verbindingen worden gelegd met Jeugd en WMO.
Ten behoeve van de doorontwikkeling van KanDoen is een Europese subsidie (Horizon 2020) toegekend voor de periode 2019-2023 waarbij de relatie met de circulaire economie wordt onderzocht.

We werken nauw samen met het onderwijs: het voortgezet speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en entreeonderwijs, die is ontstaan door het convenant Baanwijs. Voor zo veel mogelijk kwetsbare jongeren realiseren we een sluitende aanpak waarbij de opleiding wordt opgevolgd door vervolgonderwijs, een werkplek, passende dagbesteding of een toeleidingstraject.
Het Servicepunt Leren en Werken levert ook een bijdrage aan de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Waar nodig worden samen met het WSP en het bedrijfsleven arrangementen ontwikkeld om werkzoekenden de juiste kwalificaties mee te geven voor een baan.

Cultuur als middel
Daar waar mogelijk wordt cultuur ingezet als middel om de verschillende doelstellingen op het gebied van ontplooiing, meedoen en vitaliteit te stimuleren. Zo heeft cultuur een plek in het onderwijs. Er wordt bijvoorbeeld uitvoering geven aan landelijk programma Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK). Meedoen  en vitaliteit wordt gestimuleerd door beleid voor amateurverenigingen en door het koppelen van cultuur aan sport  door bijvoorbeeld verenigingsondersteuners in te zetten voor cultuur, samen te werken met het naschools aanbod van basisscholen, etc.). Het Cultureel Platform Venlo (CPV) heeft de keuze gemaakt om de inzet van het Cultuurfonds Venlo te concentreren op cultuurparticipatie en artistieke interventies in het sociale domein, met focus op een aantal aandachtswijken in Venlo. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan deze programmalijn. Inkomensondersteuning en armoedebeleid
Door zo veel mogelijk werkzoekenden weer in hun eigen inkomen te kunnen laten voorzien, beperken we het beroep op inkomensondersteuning. Zoals  aangegeven in de omgevingsanalyse (Kadernota 2020) lijkt de periode van hoogconjunctuur achter de rug en krijgen we in 2020 te maken met enige economische tegenwind. Samen met de groter wordende afstand tot de arbeidsmarkt van de werkzoekenden maakt dit de opgave om binnen het BUIG budget te blijven groot.

Het sluitstuk van het gemeentelijke vangnet is het armoedebeleid en de schuldhulpverlening.  We scheppen voorwaarden voor een beter toekomstperspectief door te voorkomen dat mensen in armoede of schulden terecht komen. De belemmeringen die inwoners met een risico op armoede en schulden ervaren om volwaardig deel te nemen aan het maatschappelijke leven beperken we zoveel mogelijk en we voorkomen dat inwoners terugvallen in armoede of schulden.
De integrale aanpak voor het armoedebeleid kent vier speerpunten. In het uitvoeringsplan is concreet uitgewerkt welke activiteiten daarvoor uitgevoerd worden. Voor 2020 willen daarom inzetten op de verbetering van de communicatie door begrijpelijke taal te gebruiken waardoor een beroep op de regelingen makkelijker wordt. Daarnaast willen we met de inzet van vroeg signalering proberen te voorkomen dat mensen in armoede of schulden terecht komen, door o.a. het project ‘Vroeg erop af’.
In 2020 onderzoeken we het hanteren van een gestaffelde vergoeding per regeling. Uit het effectenonderzoek van het armoedebeleid blijkt namelijk dat doordat de verschillende regelingen verschillende inkomensgrenzen kennen de armoedeval wordt verkleind. Tot slot willen meer inzicht hebben in de realisatie van de doelstellingen van ons beleid en welke effecten we bereikt hebben en willen we leren van de aanpak van andere gemeenten door bijvoorbeeld meer dan voorheen gebruik te maken van benchmarking.

Programmalijn 4 Zelfredzaam, waar nodig met ondersteuning

In deze programmalijn gaan wij in op de zelfredzaamheid van onze inwoners en de ondersteuning die inwoners soms nodig hebben om zelfredzaam te zijn en te kunnen blijven. Zelfredzaamheid wordt als volgt gedefinieerd: “het vermogen van inwoners om zichzelf te redden in het alledaagse leven, regie te voeren en verantwoordelijkheid te dragen eventueel met ondersteuning van anderen. In de Wmo gaat het daarbij bijvoorbeeld om het huis schoon te houden, zichzelf goed te verzorgen en mee te kunnen doen in de samenleving Voor jeugdigen geldt dat zij veilig op kunnen groeien en ontwikkelen binnen hun eigen gezin.”

Deze programmalijn, de laatste in een lange lijn, omvat alle voorzieningen voor inwoners die kunnen worden ingezet als de noodzakelijke ondersteuning niet meer kan worden geboden door het netwerk, de buurt waarin de inwoner woont of de algemene voorzieningen die in de buurt aanwezig zijn. Dit kunnen ook inwoners zijn die niet direct zelf een ondersteuningsvraag hebben, maar waarover de omgeving zorgen heeft en ondersteuning acht om (verder) afglijden te voorkomen.

Sociale wijkteams
Wanneer de ondersteuning vanuit het netwerk, de buurt of algemene voorziening niet meer toereikend is, neemt de inwoner contact op met de ‘Toegang’. In de meeste gevallen is dit het sociale wijkteam en vindt er een keukentafelgesprek plaatst. Indien er op basis van een keukentafelgesprek een leefzorgplan is opgesteld, kan er door het sociale wijkteam een maatwerkvoorziening worden ingezet.
Deze sociale wijkteams worden ondersteund door de MID-Office. De sociale wijkteams denken en handelen vanuit de volgende uitgangspunten:

- Er wordt gedacht en gewerkt vanuit het principe "1 Gezin 1 Plan 1 Regisseur. Eén lid van het sociaal wijkteam heeft de regierol op het leefzorgplan;
- Er wordt gewerkt aan versterking van de draagkracht;
- Ondersteuning moet meteen passend zijn: zo snel en licht als kan, zo zwaar als nodig is;

In principe zijn er geen overdrachtsmomenten als gevolg van het opschalen van de ondersteuning. De inwoner behoudt daarbij één aanspreekpunt (regierol sociaal wijkteam).

Naast de sociale wijkteams  is er nog een andere toegang naar jeugdhulp, namelijk via rechtstreekse verwijzers. Dit kunnen huisartsen, gecertificeerde instellingen, kinderartsen of de crisisdienst jeugd zijn.  De toegang tot beschermd wonen wordt voor Noord- en Midden-Limburg, verzorgd door het toegangsteam beschermd wonen. Er is daarnaast een wijkteam+ voor inwoners met complexe zorgvragen. De ambitie is om de verschillende  toegangen (en meldpunten) waar de inwoners en professionals terecht kunnen met vragen over complexe ondersteuning in de toekomst zoveel mogelijk te bundelen en de benodigde expertises  samen te brengen.

In 2020 worden er in de Toegang verschillende aspecten doorontwikkeld, onder andere:

- De verbinding tussen de MID-Office en de sociale wijkteams en het wijkteam+;
- De verbinding tussen de sociale wijkteams, het wijkteam+  en het toegangsteam beschermd wonen;
- De ontwikkeling tot een integrale toegang (van 2D naar 3D). Wij doen dit gefaseerd door eerst de verbinding tussen de sociale wijkteams met ‘schuldhulpverlening’ te leggen en vervolgens de verbreding naar de Participatiewet te realiseren;
- De samenwerking tussen aanbieders van preventieve maatregelen, (wijk)netwerken, algemene voorzieningen en maatwerkdiensten

Passende ondersteuning
We schetsen op welke wijze wij borgen dat onze inwoners tijdig passende ondersteuning krijgen zodat zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en zelfredzaam kunnen blijven, zo nodig met ondersteuning. Voor alle vormen van ondersteuning hanteren wij de volgende uitgangspunten:

- Voorzieningen worden zodanig ingezet dat onze inwoners zo min mogelijk last ervaren van overgang in wetgeving of financiering. Hoewel voorzieningen in het kader van Jeugdwet of Wmo elk andere eisen met zich meebrengen, streven we ernaar de overgang zo soepel als mogelijk te laten verlopen vanuit de leefwereld van inwoners. Dit doen we bijvoorbeeld door zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande informatie en contactpersonen;
- We werken vanuit het principe van matched care. Dat betekent dat hulp of ondersteuning vanaf het begin zo passend als nodig wordt ingezet. Zo licht als mogelijk maar ook zo zwaar als noodzakelijk is. Daarbij beperken we het aantal hulpverleners, en zorgen we dat verschillende vormen van ondersteuning waar nodig gelijktijdig worden ingezet;
- Bij al onze inspanningen houden we de beoogde transformatie voor ogen: we gaan uit van een sterke sociale basis in vitale gemeenschappen waarin het gros van de ondersteuningsvragen kan worden opgevangen. Wij realiseren  ons  echter ook dat informele ondersteuningsnetwerken van inwoners  en inzet van vrijwilligers grenzen kennen, net als vitale gemeenschappen. En wanneer dit noodzakelijk is, worden maatwerkvoorzieningen ingezet;
- Door transformatie van het beschermd wonen en de ambulantisering van de GGZ, wonen steeds meer mensen met een GGZ hulpvraag al dan niet zelfstandig in de een wijk. We investeren in de draagkracht van wijken en buurten door o.a. voorlichting, cursussen/trainingen en diverse projecten gericht op de integratie en inclusie.
- Er is ruimte voor een integrale aanpak wanneer er sprake is van meervoudige complexe problematiek.

We gaan nu aan de hand van de levensloop van een inwoner van onze gemeente na welke ondersteuning beschikbaar is wanneer dit (tijdelijk) noodzakelijk is. Hierbij ontkomen wij er niet aan de verbindingen te beschrijven en soms te leggen met andere programmalijnen binnen dit programma. We zullen zelfs verbindingen tussen dit programma (Gezond en actief Venlo) en andere programma’s leggen.

Zelfstandig opgroeien, zo nodig met ondersteuning
In Venlo werken we aan het versterken van vitale gemeenschappen ondersteund door de sociale basis voor onze jeugdigen. Uitgangspunt is dat jeugdigen binnen deze vitale gemeenschappen veilig en zelfstandig kunnen opgroeien in hun eigen omgeving.
In de programmalijn ‘meedoen’ is beschreven hoe we middels verschillende interventies (  Kansrijke start / gezonde school / JOGG ) de vitale gemeenschappen  versterken. Daarnaast werken we vindplaatsgericht, zowel vanuit de sociale wijkteams als de zorgaanbieders. Daarmee is een deel van de ondersteuning en expertise die nodig is om jeugdigen in hun eigen omgeving te laten opgroeien, zonder indicatie via de toegang, vrij toegankelijk aanwezig. Zoals beschreven in de programmalijn ‘ontplooiing’ zorgt de verbinding met (passend) onderwijs en participatie ervoor dat jeugdigen zoveel als mogelijk met een startkwalificatie behalen, uitstromen naar werk en indien dit niet mogelijk is instromen in dagbesteding maar met perspectief op (beschut) werk.

De samenwerkingsagenda jeugdhulp- (passend) onderwijs wordt in 2020 uitgevoerd. Deze agenda bevat verschillende acties die de samenwerking tussen het onderwijs en de jeugdhulp verbeteren. Voor jeugdigen waarvoor de ondersteuning binnen de vitale gemeenschappen onvoldoende is, wordt een maatwerkvoorziening ingezet.  Dit maatwerk kent veel varianten, denk hierbij aan begeleiding thuis, pleegzorg, jeugdbescherming of  verblijf in een jeugdhulpinstelling.

In principe is het uitgangspunt dat alle jeugdhulp in de nabijheid van jeugdigen wordt geboden. Voor sommige jeugdigen is echter specialistische jeugdhulp nodig die niet in de eigen omgeving beschikbaar is, omdat er een grotere schaal nodig is om dit doelmatig te organiseren. Daarnaast kan het voor sommige jeugdigen nodig zijn dat zij buiten de eigen omgeving worden begeleid en behandeld. Deze vormen van jeugdhulp (zie kader) worden op regionaal of landelijk niveau georganiseerd.  Alle vormen van jeugdhulp samen vormen het zorglandschap jeugd.

Om een toekomstbestendig zorglandschap jeugd te realiseren, is een andere kijk op en doorontwikkeling van de inrichting van het zorglandschap van jeugdhulp noodzakelijk. Jeugdhulp richt zich niet langer alleen op de jeugdige zelf maar ook op het (gezins) systeem waarbij aandacht is voor intergenerationele problematieken. Jeugdhulp staat in verbinding met  het onderwijs, de veiligheidsketen en participatie, met elkaar werken we samen om de omgeving in staat is om jeugdigen op te vangen.
Deze inhoudelijke ontwikkeling moet leiden tot een zorglandschap dat aansluit bij wat jeugdigen en het (gezins-) systeem echt nodig hebben.  We werken samen met alle partners in de jeugdketen toe naar een zorglandschap dat duurzaam houdbaar is en aansluit bij de gewenste ontwikkeling. Daarvoor gaan we voor een contractering en bekostiging die aansluit bij de beleidsmatige doelen, de gewenste inhoudelijke ontwikkeling.

- Hiervoor werken wij in 2020 aan een visie op het zorglandschap jeugdhulp. Deze visie vertalen wij in een aanbesteding om lokaal maatwerk per 1 januari 2021 te contracteren. Het betreft hier dus niet de regionale en landelijke maatwerkdiensten jeugd. Hiervoor stemmen we af met de regio Noord-Limburg.
- Regionaal voeren we de transformatieagenda 2019-2020 uit. Op deze agenda zijn verschillende projecten opgenomen die de transformatie in onze regio versterken. De hogeschool Arnhem-Nijmegen en de Universiteit Nijmegen brengen de resultaten van deze projecten in kaart zodat de effecten inzichtelijk zijn en succesvolle projecten duurzaam kunnen worden geborgd.

Soepele overgangen
Uiteindelijke groeien jeugdigen op naar volwassenen die een bijdrage leveren aan de vitale gemeenschappen. Dit is niet altijd haalbaar en in sommige gevallen is maatwerk ondersteuning nodig (Wmo).   In het kader worden de voorzieningen kort toegelicht.
Binnen de Wmo is de komende jaren een aantal grote ontwikkelingen waar te nemen waarop we ons nu al moeten voorbereiden.  Zo worden hoogstwaarschijnlijk een aantal regionale taken die de gemeente Venlo als centrumgemeente uitvoert  vanaf 2021 door gedecentraliseerd naar de lokale gemeenten.
Het betreft de taken beschermd wonen, maatschappelijke opvang, bemoeizorg, OGGZ en preventie. De intentie is om samen met de regio Noord-Limburg, en in verbinding met Midden-Limburg, te blijven samenwerken voor deze voorzieningen. Gemeenten zijn straks zelf verantwoordelijk voor deze taken, maar gemeenten in een regio zijn ook verplicht om met elkaar samen te werken in het belang van de inwoner en voor het op orde houden van kwalitatief goede voorzieningen met de juiste specialismen. De vrouwenopvang blijft een regionale taak.
De Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) gaat in op 1 januari 2020. Deze wet regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg in de GGZ. Een belangrijke verandering is dat verplichte zorg straks ook buiten een GGZ-instelling opgelegd kan worden. Ook sluit hier de ontwikkeling van een meldpunt waar inwoners met zorgen over de geestelijke toestand van iemand in hun omgeving hun zorgen kunnen melden.
Vanuit beschermd wonen is de afgelopen jaren ingezet op de beweging waarbij inwoners zoveel als mogelijk zelfstandig zijn gaan wonen. Daarbij is het uitgangspunt dat  beschermd wonen in principe altijd tijdelijk is. Het perspectief voor de inwoner is zelfstandig wonen en sociale inclusie. Om deze ambitie te realiseren is de verbinding met het programma Welvarend wonen belangrijk.

- Het transferpunt sociale huurwoningen is de komende jaren het instrument waar mensen vanuit een instelling de stap maken naar een zelfstandige en veelal sociale huurwoning. Dit transferpunt wordt het komende jaar verder doorontwikkeld.
- De doelgroep van het transferpunt wordt verruimd met de Maatschappelijke Opvang , Opvang slachtoffers van huiselijk geweld en Wonen op proef. Daarnaast wordt onderzocht of er tevens verruiming plaatsvindt met bijvoorbeeld Justitiële BW cliënten, Housing First en zeer moeilijk plaatsbaren.
- De uitstroom van beschermd wonen en de maatschappelijke opvang is onderdeel van de prestatieafspraken met de woningcorporaties.
- Er is hierbij extra aandacht voor (kwetsbare) jongeren zodat deze een goede start te laten maken. Dit kunnen jongeren zijn in beschermd wonen, jongeren die doorstromen uit de jeugdzorg.  Hiervoor wordt een specifieke aanpak ontwikkeld.

Regionale traject sturing en inkoop Wmo/Beschermd Wonen
In de regio Noord-Limburg is een traject gestart met als doel te komen tot een visie hoe het zorglandschap er voor de komende jaren uit dient te zien, passend bij onze uitgangspunten en beoogde ontwikkelingen.  Van daaruit bekijken we hoe we inkoop van welke producten c.q. voorzieningen voor 2021 e.v. inregelen.

Verbinding Zorg en Veiligheid
Sommige inwoners  hebben te maken  met een opeenstapeling van persoonlijke problemen: psychische klachten, een verstandelijke beperking,  geweld, verslaving, schulden. Vaak zijn zij vaak het slachtoffer van misbruik en criminaliteit en/ of veroorzaken zelf overlast en veiligheidsproblemen. Een jeugdige kan soms vanwege de aard van zijn problemen een risico vormen voor zichzelf of zijn omgeving. In veel gevallen is sprake van intergenerationele problematiek. Jeugdigen die in aanraking komen met huiselijk geweld hebben een grotere kans om op later leeftijd te maken te krijgen met persoonlijke problemen.  Om dit patroon te doorbreken is samenwerking tussen het sociaal domein en het veiligheidsdomein belangrijk.
We willen kwetsbare inwoners  de juiste  ondersteuning bieden zodat zij, zoveel mogelijk op eigen kracht en in hun eigen netwerk, aansluiting houden met de samenleving. En voor de langere termijn de samenwerking en ondersteuning zo organiseren dat inwoners waarbij sprake is van een opeenstapeling van problematiek tijdig worden gezien en geholpen.

- We maken afspraken om de samenwerking in de veiligheidsketen voor jeugd te verbeteren tussen onder andere Gecertificeerde Instellingen, Raad voor de Kinderbescherming, gesloten jeugdzorg en lokale toegang.
- In het Interbestuurlijk programma (IBP) zijn verschillende ambities geformuleerd op het snijvlak van zorg en veiligheid. Dit betreffen de aanpak van huiselijk geweld, extremisme en radicalisering, personen met verward gedrag, recidive na detentie en slachtoffers van mensenhandel.
- De samenwerking met Veilig Thuis en de toekomstige organisatievorm en aansturing van het ZVH  zijn belangrijke aandachtspunten.
- In de regio Noord- en Midden Limburg wordt in samenwerking met de vereniging Nederlandse gemeenten (VNG) een pilot opgestart betreffende de bestuurlijke borging zorg en veiligheid. Het doel van deze pilot is om de bestuurlijke aansturing van de betreffende beleidsthema’s zoals onder andere de aanpak verwarde personen, huiselijke geweld en kindermishandeling te organiseren.

Daar waar deze inwoners weer een stap kunnen zetten naar actief ‘aanhaken en meedoen’, wordt nauw samengewerkt met het wijkteam+.

Voorkomen van misbruik en fraude en toezicht
Bij de decentralisaties van de Jeugdwet en de Wmo heeft de gemeente ook de opdracht gekregen  om te zorgen voor de kwaliteit en de rechtmatigheid van hulp en ondersteuning. We zetten we extra  in op preventie en communicatie naar inwoners. Tot slot willen we ook scherper toetsen op de naleving daarvan.